AMSTERDAM - Dat hiphop in Nederland heel anders en kleiner is dan in de Verenigde Staten moge duidelijk zijn. Toch heeft het er alle schijn van dat Abeltje op het verboden knopje heeft gedrukt. Hiphop van Nederlandse bodem zit namelijk zo in de lift dat het dak inmiddels al lang en breed is gepasseerd. Regisseur en Antropologe Ulrike Helmer was getuige van dit verschijnsel en maakte er een film over: Dutch Touch. Op het Nederlandse Filmfestival in Utrecht ging de film in première, en vanaf vandaag is de film te zien in de Nederlandse bioscopen.De film, die volgens Helmer ‘het gevoel wat hiphop in Nederland is’ moet weergeven, volgt drie totaal verschillende Nederlandse MC’s. In een ruim één uur durende film loop je mee met Duvel, MC Brainpower en nieuwkomer Jay Colin.Voor de film begint, is er een kort bedankje van Ulrike en MC 2Tall aan Duvel, Brainpower en Jay Colin. Het bedankje vindt helaas alleen respons bij Jay Colin. De andere twee hoofdrolspelers in de film hebben het op de feestelijke première af laten weten.
Na een golvende
Kubusbiet wordt het publiek meegenomen in de attractie die hiphop in Nederland heet. De deur van de Amsterdamse poptempel Melkweg staat open met het nodige freestylende hiphop publiek voor de deur. Mensen begroeten elkaar met een boks en bekende hiphopkoppen vliegen over het witte doek. De toon is gezet, dit is hoe hiphop in Nederland is: herkenbaar, open en groeiende.
Dan gaat de attractie de eerste bocht door. Rapper Duvel is de eerste die langskomt. In een backstage ruimte van de Melkweg geeft hij kort weer hoe hij hiphop in Nederland ziet in tegenstelling tot toen hij ermee begon: “Toen ik met breakdance en rappen begon, was het omdat het nieuw was en omdat je anders wou zijn. Een soort punk ding. Tegenwoordig is hiphop is een soort hype ding of zo. Beetje baggy kleren dragen, beetje stoer kijken...denk ik. Nu is iedereen ineens hiphop.”
Na flitsen van oude en nieuwe optredens van de Rotterdamse rapper, bezoekt Duvel met crewlid SupaDupah ‘de Apenrots’: “Hier begon het allemaal man. Vanuit hier hadden we goed overzicht over de stad, daarom noemden we het de Apenrots”, zegt een serieus kijkende Duvel, wijzend naar zijn oude appartement dat nu in de steigers staat.
Na wat kneuterige home video beelden van een jonge Duvel met zijn vrienden in het oude appartement, neemt de film een opmerkelijke wending. Een looping naar rapper Brainpower volgt.
Het harde contrast tussen de twee wordt goed weergegeven door het verschillende publiek dat in de zaal staat bij Duvel en Brainpower. Waar bij het optreden van Duvel voornamelijk studenten in de zaal staan en er lauwtjes wordt gereageerd, zijn het bij Brainpower voornamelijk
gepimpte mobiele telefoons in handen van 15-jarige meisjes en jongens. Foto’s worden gemaakt en meisjes stoten elkaar aan omdat ze net oogcontact hebben gehad met hun favoriete rapper, Brainpower. In de daaropvolgende beelden start hij dan ook, omringd door TMF Awards, een betoog over dat hij naar zijn idee niet wordt gerespecteerd voor zijn rapcarrière die achteraf niet onnodig blijkt te zijn. In de zaal wordt zijn uiteenzetting met hoongelach ontvangen. Na backstage beelden van Brainpower’s crew on tour en een reis naar Amerika, maakt de film een lange reis terug naar de hoofdstad van Gelderland. Een buurthuis in Arnhem is het volgende station.
In een donkere ruimte staan vijf jongetjes van amper twaalf jaar in een cirkeltje te rappen. Na goed geprobeerde battle raps als ‘je moeder is kut en je pa is vlut’ en ‘jij bent nep, want je rijd niet op een fiets maar een step’ van de pupillen, wordt er ingegrepen door de Amsterdamse rapper Jay Colin. De nog onbekende MC uit Amsterdam Zuidoost legt aan de jongens uit hoe je het beste op een beat kan rappen en dat het altijd belangrijk is om ‘het ritme goed vast te houden’. In het volgende shot wordt Meester Colin al snel omringd door mensen van eigen leeftijd. Uit een auto op een parkeerplaats ergens in Amsterdam Zuidoost dreunen de beats, die de raps van rapper Rotjoch en Jay Colin ondersteunen.
Door eerst het doen en denken van de twee ervaren rappers te hebben gezien, wordt de groenheid van nieuwkomer Jay Colin goed zichtbaar. Op straat wordt hij aangesproken door een paar meisjes waarop hij reageert dat hij het ‘allemaal maar raar vind.’ ‘Ik kent hun niet eens,’ zegt hij, terwijl hij een telefoonnummer rijker verder loopt. Ook in de studio is hij nog lichtelijk onwennig. Het enthousiasme spettert er in ieder geval vanaf, en de plannen voor een debuutalbum liggen klaar volgens de manager van Colin.
Eenzelfde ritje langs Duvel, Brainpower en Jay Colin volgt, waarna de rit weer eindigt bij rapper Duvel. Door een meningsverschil tussen rapper Duvel en crewlid Rein de Vos zijn de verhoudingen onderling niet best. Duvel omschrijft het geschil met Rein de Vos op geheel eigen wijze: “Als je een platte band hebt, kan je niet doorrijden. Dan wordt de schade namelijk alleen maar erger.” Het laatste shot van de film is dan ook dat Rein de Vos recht in de camera zegt dat het allemaal ‘wel goed’ komt.
Ondanks dat het tussen twee laatstgenoemde uiteindelijk helaas niet goed komt, geeft de film een goede weergave van hoe hiphop in Nederland wordt gemaakt, geleefd en beleefd. Voor hiphop liefhebbers is het een coming home van constante herkenningspunten, maar ook voor hiphop-nono’s is de film een leuke inleiding in een nog onbekend wereldje: “Een groeiende scene die nog in kinderschoenen staat” , concludeert een trotse Jay Colin dan ook treffend na de première van de ‘de eerste echte hiphopfilm’ met een brede lach op zijn gezicht.
Door:
Bram | Gepubliceerd: 14 Dec 2006 |
Gesloten